Herten & jagers

Het verhaal over “Herten en Jagers” kan je ook beluisteren.
Een mooi luisterverhaal voor het slapen gaan of tijdens een familiemoment.
Een goede leesoefening voor kinderen of kleinkinderen.
De volledige tekst staat onderaan letterlijk uitgeschreven.

Les bois de cerfs… We ontmoeten Jules Bay in zijn werkplaats die wemelt van hertengeweien. Iets meer dan 700 exemplaren heeft hij verzameld – wellicht uniek in de streek van Saint-Hubert. Tachtig lentes jong is hij, jachtwachter op rust – hoedje schuin op het hoofd, blinkende oogjes en een vuurwerk van verhalen.

Hertengeweien verzamelen – ik doe dat al sinds mijn kinderjaren. Destijds samen met mijn grootvader. Elk hert heeft drie vaste plekken in het bos: een plaats om te eten, een andere plek om te spelen en eentje om te slapen. Die plekken moet je wel een beetje kennen…

Je komt van zo’n gewei nooit de twee helften samen tegen. Soms liggen ze wel een kilometer van elkaar verwijderd. In de sneeuw was dat makkelijk te vinden. Vandaag ligt het soms wat moeilijker. Elke vondst heb ik genoteerd in een schriftje. Elke keer opnieuw was zo’n gewei als een trofee voor mij. Het is mijn leven en mijn passie. Uren en uren dwaalde ik door het bos. Want je vindt niet op elke wandeling een gewei…

Clémence, Volvo & Don Quichotte

Alle herten krijgen hier een naam: Clémence, Volvo, Don Quichotte. Van elk hert houden we het gewicht en de lengte bij in een map. Als ze gewond raken, merk je dat in hun gewei aan de andere kant van de wonde-plek. Vanaf hun tiende jaar mogen ze geschoten worden. Elke jager in de regio mag per jaar twee grote herten schieten, zodat andere herten hun plaats kunnen innemen.

De ID-kaart van het hert

Zo’n hertengewei is als een identiteitskaart: je kunt er uit opmaken hoe oud ze zijn en hoe gezond. Soms hebben oudere herten bijvoorbeeld een gebrek aan calcium. Vergelijk het met beton: hun gewei is dan niet meer zo stevig. Zo’n gewei heeft ongeveer 140 dagen nodig om volwassen te worden. De geweien verschillen ook van kleur (en neen, wij kleuren zo’n gewei nooit bij). Oudere geweien kun je herkennen aan hun parelend reliëf.
Everzwijnen eten die geweien graag op – mijn hond knabbelt er trouwens ook graag aan.

Controle op de jacht

Elk jaar in april zijn de jagers verplicht om de geweien te tonen van de herten die ze geschoten hebben. Elk jaar houden we daarom tentoonstellingen met de geweien. Dat is een prachtig gezicht – en ook een prima controle. Samen met de geweien tonen we ook de linkerhelft van elk hertengebit. Hun tanden hebben jaarringen, net als bomen. Als we de tanden doorklieven, kennen we ook hun leeftijd.

Als ik tijd heb, maak ik mandjes en allerlei objecten met stukjes van de geweien.
De meeste geweien die ik heb, komen uit de bossen van Saint-Hubert. Een enkele keer brengt een vriend een gewei voor me mee uit het buitenland, de Alpen of de Pyreneeën.

Tja, het klinkt allemaal romantisch. Maar je moet wel weten dat er soms een hevige strijd woedt tussen jagers en kwekers. In totaal zitten er tegenwoordig zo’n vijfhonderd – zeshonderd herten in de bossen hier.

Ik heb ook een boek geschreven over de geschiedenis van Saint-Hubert. Binnen de kortste keren was het uitverkocht. Maar ik vertel het ook graag zo aan al wie het horen wil…

Jules ontmoeten ?

Vermeld het  bij je reservatie en we zorgen voor een bezoekje aan de zolder van Jules.
Een unieke en blijvende herinnering van uw passage in Saint-Hubert.